Het Dossiermenu heeft zes tabbladen met elk een essentieel onderdeel van het dossier:
[ Eigenschappen ] toont de details van alle gebouwen, verdiepingen en ruimten
Het Dossier of Klant heeft een hiërarchische opbouw die steeds uit vijf niveaus bestaat. [ Eigenschappen ] geeft de details van het aangeduide bouwniveau weer.
1. De gebruiker kan één of meerdere aparte databases opstellen, vooral indien dit over volledig gescheiden projecten gaat.
2. De Klant of het Dossier: de database kan een onbeperkt aantal gebouwen bevatten maar voor een groot gebouw is het handiger om per gebouw één “klant” te maken;
Klik onder Hoofdbestand op de Klant / het Dossier en onder [ Eigenschappen ] staan de totalen van dit dossier.
De gegevens zijn de som van onderliggende bouwdelen en hier niet aanpasbaar.
3. Onder de klant staan ofwel de gebouwen (vooral kleinere zoals een campus) ofwel wordt dit niveau gebruikt als een verdieping;
Klik onder Hoofdbestand op het Gebouw / de Verdieping en onder [ Eigenschappen ] staan alle totalen van dit bouwdeel.
De gegevens zijn de som van onderliggende bouwdelen en hier niet aanpasbaar.
4. Elk gebouw heeft verdiepingen. Voor grote gebouwen gebruiken we vaak een afwijkende verdeling. Het bouwdeel Klant wordt zo het Gebouw, het Gebouw wordt de Verdieping en de Verdieping verdelen we als een vleugel of deel van een verdieping; ?
De verdieping in dit voorbeeld bevat aparte vleugels zodat een apart overzicht bestaat per deel. In het bouwplan is de vleugel zo apart zichtbaar of samen met de andere delen.
De gegevens zijn de som van onderliggende ruimten en hier niet aanpasbaar.
5. De ruimte is het laagste niveau en bevat naast de tekening van de ruimte, alle details van taken, methoden en instellingen.
De ruimtefiche bevat alle details van die bepaalde ruimte en is zowel in lijstzicht, in de aparte fiche en in de bouwtekening aanpasbaar.